Nieuw woonwagen- en standplaatsenbeleid, bewoners kunnen reageren
GEMEENTE ALPHEN AAN DEN RIJN – De gemeente gaat zich inzetten om extra plekken te realiseren voor woonwagens. Dat staat in het nieuw opgestelde woonwagen- en standplaatsenbeleid. De laatste jaren is er landelijk meer aandacht gekomen voor de positie voor de woonwagenbewoner, daarom is het plan vernieuwd.
Op dit moment telt de gemeente 61 standplaatsen voor woonwagens, maar in februari werd aangegeven dat er behoefte is voor nog 26 meer. De gemeente wil het mogelijk maken om ook voor deze mensen een standplaats te maken, omdat zij het belangrijk vindt dat er rekening wordt gehouden met de woonbehoeftes van woonwagenbewoners, zoals leven in familieverband.
Zo gaan zij verder met de uitvoering van dertien nieuwe standplaatsen op het voormalige ‘bedrijfsterrein’ naast de woonwagenlocatie op het Goudse Rijpad in Alphen aan den Rijn. Ook wordt er gekeken naar de uitvoering van het opheffen van de woonwagenlocatie Marokkostraat en de aanleg van een nieuwe locatie aan het Weteringpad.
Gasloos
Een ander punt is de kosten van het duurzaam maken van woonwagens. Sinds 2018 is het verplicht om nieuwe woningen, en dus ook nieuwe woonwagens, zonder aansluiting op aardgas te bouwen. Echter is dit door een lastig te verkrijgen hypotheek voor woonwagens en standplaatsen moeilijk.
De gemeente kijkt nu of nieuwe woonwagens een uitzondering kunnen krijgen op de regeling of dat ze alsnog gasloos moeten worden aangelegd.
Verduurzaming te duur
Ook voor de woonwagens die er al staan is verduurzamen lastig. Ze zijn zelden gasloos gebouwd of ingericht en het ombouwen van een bestaande woonwagen is meestal technisch onmogelijk of brengt veel kosten met zich mee.
Een woonwagen van twintig jaar oud, met de afmetingen van vijf bij vijftien meter heeft een gemiddelde marktwaarde van 15.000 tot 20.000 euro. Het gasloos maken van deze woonwagens kost al snel 40.000 euro, een bedrag dat niet in verhouding staat tot de waarde van de woonwagen.
Bewoners van de gemeente krijgen tot 17 april de kans om te reageren op de plannen voor het nieuwe beleid.