Dokters met praktijk aan huis bestaan bijna niet meer: ‘Patiënten missen het nog wel’
ALPHEN AAN DEN RIJN - Hun kinderen groeiden als baby's op onder de balie en werden als peuters voorgelezen door patiënten. Het gezin van huisarts René Vletter wist niet beter. Tot voor kort hadden hij en zijn vrouw annex doktersassistente Alie nog een praktijk aan huis. Een fenomeen dat inmiddels nauwelijks meer voorkomt. 'Het is niet meer van deze tijd.'
Sinds 1990 werken René en Alie Vletter samen als dokter en assistente. Het leeuwendeel van die tijd brengen ze door aan de Spanjesingel in Alphen aan den Rijn, waar ze tot vijf jaar terug wonen én werken. Hun huis dient in die periode namelijk ook als dokterspraktijk.
Nu haast niet meer denkbaar, maar destijds doodnormaal. 'Als je huisarts was, had je over het algemeen een praktijk aan huis', roept René (64) in herinnering. 'Een praktijk elders, dat was zeer zeldzaam. Dan was je wel heel revolutionair.'
Tegenwoordig komt het bijna niet meer voor dat dokters een praktijk aan huis hebben. Exacte cijfers ontbreken, die aantallen worden zowel door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) als de Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV) niet bijgehouden.
Maar uit een uitgebreide inventarisatie van Omroep West blijkt dat er in deze regio bijna geen huisartsen meer zijn die 'dokteren' in hun eigen woning. Veelgenoemde verklaring: een gebrek aan vierkante meters, deels door de (op)komst van praktijkondersteuners en medische specialisten.
Ingrijpend, zo'n dokterspraktijk aan huis? 'Eigenlijk viel dat wel mee', vindt René Vletter. 'Wij hebben vijf kinderen, die wisten ook niet beter. Ze speelden achter de balie en werden in de wachtkamer voorgelezen door patiënten, als mijn vrouw achter de balie zat. Dat vonden ze geweldig.'
'Het had iets kneuterigs', erkent zijn echtgenote én assistente Alie (64). 'Maar het was een geweldige tijd, ik had het niet willen missen. We waren heel dicht bij de mensen, patiënten missen het ook nog wel. Toen we die praktijk loslieten, was het een heel grote uitdaging om dat huiselijke vast te houden.'
In 2020 is hun praktijk na bijna dertig jaar verplaatst naar een gezamenlijk woonzorgcentrum aan het Alphense Bospark, iets meer dan een kilometer verderop. Die stap heeft het echtpaar Vletter voornamelijk gezet vanwege een gebrek aan ruimte, vertelt René. 'We liepen stuk op de vierkante meters.'
Zijn vrouw beaamt dat met een sprekend voorbeeld. 'Het laatste jaar had ik een praktijkondersteuner aan mijn eettafel, moest de dokter voor digitaal werk op zolder zitten en zijn we uit nood aan een spreekuur in de avond begonnen, omdat we niet meer wisten waar en wanneer we dat moesten doen.'
'Je redt het niet meer alleen'
Kortom: het gáát niet meer, concludeert het koppel eensgezind. 'Je redt het niet meer als dokter en assistente alleen, daar kun je tegenwoordig de zorg niet meer mee verlenen. Ik adviseer het startende huisartsen niet om een praktijk aan huis te beginnen. Het is niet meer van deze tijd', zegt Alie.
Daarbij, vult René haar aan: het loopt allemaal een stuk soepeler als je met meerdere collega's onder één dak zit. 'Het doet natuurlijk ook wel iets met de kosten, dat je dingen samen kunt organiseren. Het is ook gewoon iets efficiënter', luidt zijn logische redenering.
De lezing dat een praktijk aan huis niet meer van deze tijd zou zijn, bestrijdt Leen Gorissen. Hij heeft er 24 jaar (1984-2008) één in buurdorp Ter Aar gehad, om vervolgens de praktijk letterlijk in zijn achtertuin te plaatsen. 'Het werd te klein', blikt de 71-jarige huisarts terug op die beslissing.
Intussen heeft hij dus een praktijk náást zijn huis, al is zijn jongste zoon er twee jaar geleden eigenaar van geworden. 'Ik vond het prachtig', zegt Gorissen senior over zijn tijd als praktijkhouder aan huis. 'Als ik in de nacht uit bed moest omdat iemand langskwam, hoefde ik mijn jas niet aan te trekken. Ideaal.'
'Er komt steeds meer op ons bordje terecht' - huisarts René Vletter
In tegenstelling tot de Vletters raadt hij het jonge dokters niet af om een praktijk aan huis te beginnen. Wel noemt de Ter Aarder het 'van groot belang' hoe een eventuele partner van de betreffende huisarts daartegen aankijkt. 'Maar tijden veranderen, tegenwoordig willen veel mensen het niet meer.'
Voor hem is ruimtegebrek overigens nooit een probleem geweest. 'Wij hebben het altijd zonder praktijkondersteuners gedaan', verklaart Leen Gorissen, die onder meer nog twee dagen per week in de praktijk van zijn zoon werkt. 'Omdat ik het fijn vind om het zelf te doen. Dat maakt het werk afwisselend.'
Kaartenbak en groot boek
Verschil van inzicht of niet, voor Alie en René Vletter staat vast dat het vak van respectievelijk dokter en assistente drastisch is veranderd. Het is complexer geworden, constateert René. 'Er komt steeds meer op ons bordje terecht. En mensen vinden steeds makkelijker de weg naar hun huisarts.'
Alie: '34 jaar geleden had ik een kaartenbak, een telefoon en een groot boek, waar ik mijn afspraken in schreef. Nu is vrijwel alles gedigitaliseerd. Bovendien zijn de mensen mondiger en weten ze ook veel meer, daarin kun je ze uitdagen zelf de regie te pakken. Ik vind het vak mooier geworden.'
Toch nadert voor de twee het einde van een tijdperk. Vanaf 1 januari gaan ze met pensioen en dragen ze de praktijk over aan Claire Westdijk en Jolien Zaal. René: 'Het is mooi geweest. Wel willen we nog wat gaan waarnemen, maar we gaan minder uren werken en met minder verantwoordelijkheden.'
Andere dingen doen en meer tijd besteden aan de kinderen en kleinkinderen, daar verheugt Alie zich op. Het contact met collega's en patiënten gaat ze het meest missen. 'Ik besef hoe bijzonder het is dat René en ik dit zo lang hebben mogen doen. En ik heb er enorm van genoten.'
Niet geschikt voor geraniums
'Achter de geraniums zitten, daar ben ik niet helemaal geschikt voor. Ik kan ook niks anders dan een beetje dokteren', besluit René Vletter met zijn kenmerkende bulderlach.