Raden in Verzet om de tafel met commissie Binnenlandse Zaken
GEMEENTE ALPHEN AAN DEN RIJN – Raden in Verzet heeft op 26 september een afspraak met de vaste Tweede Kamercommissie Binnenlandse Zaken. De vertegenwoordigers van alle Nederlandse gemeenten mogen dan uitleggen waarom elke gemeente in de problemen komt door de Rijksbezuinigingen.
Een groep van acht gemeenteraadsleden uit het hele land vertegenwoordigt bij Raden in Verzet alle andere gemeenten. Nico de Jong is een van de acht actievoerders in Raden in Verzet. Hij is raadslid voor Nieuw Elan in de gemeente Alphen aan den Rijn. Raden in Verzet zit op 26 september om de tafel met de Kamercommissie Binnenlandse Zaken. Deze commissie vertegenwoordigt de politieke partijen in de Tweede Kamer.
Het doel van het gesprek is om inzicht te geven in de benarde positie van de gemeenten. Zij zijn allemaal zwaar getroffen door de bezuinigingen op het Gemeentefonds, de voornaamste bron van inkomsten voor elke gemeente. Het gaat inmiddels concreet om een bezuiniging van 2,3 miljard euro vanaf 2026. De Jong: ‘We hopen dat we ongeveer 1,5 miljard euro terug kunnen krijgen in het Gemeentefonds.’
Rondetafelgesprek
Het gesprek met de Kamercommissie op 26 september is in twee delen. In de eerste helft leggen deskundigen uit wat de geplande bezuiniging betekent voor gemeenten. Aan tafel zitten Peter Verheij, raadslid Raad voor het Openbaar Bestuur (ROB) en Maarten Allers, hoogleraar economie van decentrale overheden Rijksuniversiteit Groningen (RUG) en directeur Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden (COELO).
Tijdens de tweede helft van het gesprek zitten Vereniging Nederlandse gemeenten, raadsleden uit Zaanstad en Enschede en een vertegenwoordiger van Raden in Verzet aan tafel.
Oproep aan alle gemeenteraadsleden
In een brief vraagt Raden in Verzet aan alle Nederlandse raadsleden om voor het gesprek een brief aan een kamerlid te sturen. ‘We willen graag samen het signaal aan de Tweede Kamer nog krachtiger maken door met zoveel mogelijk raadsleden onze stem te laten horen. Daarom vragen we jullie om een brief of e-mail naar één of meer Kamerleden naar keuze te sturen.’